Paul Krugerstraat 30

Oud bewoner Marten van Willigen schrijft in drie delen over het huis waar hij van 1996 tot 2006 met zijn gezin woonde (deel drie volgt nog).

DEEL 1.


Op bovenstaande foto is heel goed de oorspronkelijke situatie te zien. Waar het huis nu staat stond toen een nog een boom. Ook had het pand aan de Kerklaan 35 nog een grote schuur/koetshuis naast de weg. Deze schuur is later, misschien bij de bouw van de Paul Krugerstraat 30, afgebroken. Een veel kleinere schuur is -ter vervanging- aan de andere kant van het perceel vlakbij het huis geplaatst.


De gegevens zijn deels gebaseerd op eigen onderzoek, maar ook op informatie vanuit de familie Post Greve. Een neef van de zoon van Anthony Post Greve, woonachtig in Zelhem, J. Massink, hier eigenaar van een groot en prachtig landbouwbedrijf, wist namelijk ook het een en ander over de familie. Zijn moeder was ook een Post Greve en zus van Anthony. Van hem weet ik dat de oorspronkelijke tuin van nr. 28 dusdanig groot was dat hier in 1935 een extra huis kon worden gerealiseerd, het huidige pand. In 1936 verrees het mooie pand aan de rechterzijde van nr. 28, ook gerealiseerd door Piet Schurink, in de Catharina van Rees straat. Het huis aan de Paul Krugerstraat 30 was als belegging bedoeld. Het kon immers goed worden verhuurd. Een plaats als Apeldoorn trok velen aan. Een interessante vraag is of Anthony grond bijgekocht heeft voor de bouw van het huis. De rooilijn van de panden aan de Kerklaan ligt hier namelijk een stuk verder naar achteren dan richting de Grote Kerk. De tuin van notaris Kraan, Kerklaan 33, was voor de renovatie van de villa door Ab Goudkuil een waar oerwoud, met indrukwekkende beuken, die er overigens allemaal nog staan. Misschien heeft de tuin van de villa Kerklaan nummer 35, waar Johan Lammers huisarts is geweest, oorspronkelijk zelfs tot de Paul Krugerstraat 28 gereikt. Archiefonderzoek kan dit duidelijk maken.


Aanvankelijk werd het ontwerp van Piet Schurink afgekeurd door de Gelderse schoonheidscommissie. De hoge kap had wel een fiere uitstraling, maar de aansluiting bij de bakstukken van de goot vond men eigenlijk te lomp. Dit probleem werd ondervangen door een charmante bocht onderin te creëren, waardoor de aansluiting bij de bakstukken van de goot wel heel charmant werd. Een tweede aanbeveling was om hout in de punt aan te brengen. Dit gaf een veel meer landelijke uitstraling aan het geheel en brak de enorme driehoek op een speelse manier. Dit is inderdaad allemaal zo gerealiseerd en bij de uitbouw van de keuken in 2006 is dezelfde charmante bocht door ondergetekende ook daar doorgezet. Tenslotte ook heel mooi in het ontwerp is een monumentale villa-schoorsteen, van het Bussumse soort. Deze schoorsteen maakte het ontwerp echt af en de schoorsteen zou nog altijd kunnen worden gerealiseerd, de kanalen zitten er nog. De allure van de villa is groot, de plek waar het huis staat is niet zo ruim bemeten. Dit wordt echter ruimschoots vergoed door de riante villatuinen waardoor het geheel omringd wordt.


De eerste bewoners kwamen op 17 april 1935 vanuit de Roggestraat 18 en waren het gezin van de in Oosterwolde geboren gepensioneerde onderwijzer, Jan van Terwisga (1874-1958) en zijn in Apeldoorn geboren vrouw, Maria Susanna Scheers (1887-1950). Ze hadden twee inwonende dochters; Jantje (1918-2008) en Meinarda Maria Klazina (1919-1997).


Hierover weet ik het volgende uit mondelinge overlevering van bewoners uit de straat, van het toen hoogbejaarde echtpaar Boon. Ze waren toen wij in de Paul Krugerstraat kwamen wonen een eind in de tachtig. Meinarda van Terwisga heeft in de tweede wereldoorlog een verzetsgroep opgezet. Deze verzetsgroep kwam bijeen in dit huis. Toen wij het kochten (1996) was er boven bij het kleine kamertje nog een verroeste spion aanwezig. In dit kleine kamertje kon men zien wie er voor de voordeur stond. Mogelijk heeft dit nog met de tweede wereldoorlog te maken. In ieder geval werd de verzetsgroep in 1944 overvallen en wachtte de SD in de keuken op verzetsstrijders die ook in de groep zaten. De woning is zo ingedeeld dat even achterom gaan voor de hand ligt. Voor de argeloze verzetsstrijders die dit toen deden liep dit echter niet goed af. Enkele leden uit de verzetsgroep zijn naar Duitsland gedeporteerd. Niet iedereen heeft de daar geleden ontberingen doorstaan. Het gaat over het overnachten in onverwarmde barakken, met alle ellende van dien, ziekte, ondervoeding en vrieskou. Meinarda keerde echter wel terug. Dit is wat ik uit mondelinge informatie heb vernomen. De informatie die ik op Wikipedia vond geeft dezelfde informatie, maar nu met meer details. Het fusilleren van 6 verzetsstrijders en twee geallieerde vliegers heb ik bijvoorbeeld nooit geweten. Wel heb ik een oudere bewoner van de Kerklaan gesproken die dit met eigen ogen zag gebeuren. Een van de gefusilleerde strijders werd ter afschrikking in het Oranjepark gelegd. Het menselijk respect werd zo met voeten getreden. ‘’Ze gaven nergens om, ze schoten je zo neer’’ hoor ik deze bewoner van de Kerklaan nog zeggen. Hieronder volgt de informatie uit Wikipedia.


In 1943 richtte Van Terwisga de verzetsgroep de Vrije Groep Narda op. De groep bood onder meer hulp aan neergeschoten geallieerde vliegtuigbemanningen, verborg geheime radiozenders en wapens en verzamelde inlichtingen over vliegvelden en de spoorwegen. De gewapende tak van de groep overviel distributiekantoren en pleegde sabotage-acties.

Op 29 september 1944 werd de verzetsgroep verraden door een van haar eigen leden, Willem l’Ecluse. Hij stuurde Van Terwisga een briefje, waarin hij liet weten dat hij haar om 13.00 uur in haar woning wilde spreken. Daar had de Sicherheitsdienst een val gezet. De SD vond er wapens en munitie en arresteerde een groot aantal verzetsmensen. Op 2 oktober werden zes van hen gefusilleerd en hun lichamen op verschillende plaatsen in Apeldoorn achtergelaten met een bordje "Terrorist" om de hals. Hetzelfde gebeurde met twee geallieerde vliegers die de groep had ondergebracht bij de moeder van een van haar leden, Juliana Bitter-van de Noordaa. Van Terwisga en Bitter werden naar concentratiekamp Ravensbrück gedeporteerd. Bitter overleed daar in januari 1945, Van Terwisga overleefde het kamp ondanks vele ontberingen en martelingen.

In april 1945 werd Van Terwisga door het Rode Kruis naar Zweden gebracht, nog voor de bevrijding van Ravensbrück. In verband met de lichamelijke en psychische gevolgen van de oorlog werd ze volledig invalide verklaard. Op eigen initiatief en kosten bracht zij na de oorlog oud-verzetsmensen enkele maanden voor herstel onder in Zwitserland. Later deed ze dat in opdracht van de Stichting 1940-1945 en de Stichting Herstellingsoorden voor Oud-Illegale Werkers.

Vanaf 1988 woonde Van Terwisga bij haar zus Jantje in Apeldoorn. Zij werd steeds angstiger en achterdochtiger en leed aan depressiviteit, hoofdpijn en hartklachten. Op 31 mei 1997 overleed zij in een Apeldoorns verzorgingshuis.


Sinds 2019 is er een straat vernoemd naar Van Terwisga in de Verzetsliedenbuurt (Ugchelen Buiten), de "Narda van Terwisgastraat".


1988 is echter niet het moment van vertrek is geweest waarop Meinarda het huis definitief verliet. In het begin van de jaren 70 kwam de familie Staal hier namelijk te wonen, met twee kinderen. De heer Staal was uitvoerder en opzichter bij een bouwbedrijf in Wehl. De familie Staal heeft jarenlang met veel plezier in dit huis gewoond. Zij pasten ook op de kinderen van de familie Lammers, er was een uitstekende onderlinge band. Ik heb meneer Staal, die in de betonwerken zat, ook nog wel ontmoet, wanneer hij met zijn fiets nog eens naar zijn oude woonhuis kwam kijken. Vervolgens kwam er een opticien wonen met zijn gezin. Daarna kwam het huis leeg te staan en hebben wij het gekocht. De zoon van de familie Post Greve was toen 83, ondergetekende 33. Graag vertel ik u in het vervolg over de periode waarin wij als gezin aan de Paul Krugerstraat 30 hebben gewoond. Hierbij zal ik me beperken tot de meest aansprekende gebeurtenissen.



Marten van Willigen.

Klaaske de Vos: Meinarda van Terwisga heeft ook een gedenksteen gekregen in het verzetsstrijderspark. Aanvankelijk niet, want het was de bedoeling dat alleen vermoorde verzetsstrijders een gedenksteen zouden krijgen. Terwisga is naar Ravensbrück getransporteerd, omdat de Duitsers als regel geen vrouwen doodschoten.... In 2016 is dat rechtgezet en wordt ze alsnog met een steen herdacht. Terwisga had een eigen bedrijf: "typeschool" aan de Deventerstraat.

DEEL 2.

Wonen aan de Paul Krugerstraat 30. Terugblik op 1996-2006


Hoewel we al sinds september 1996 eigenaar werden, hebben we aanvankelijk nog gewacht met de verhuizing omdat we op 26 juni voor het eerst ouders waren geworden. Onze oudste zoon Floris is als enige in Zwolle geboren. Ook hadden we ons huis in Kampen nog niet verkocht. Maar, eind februari 1997 was het dan toch zover. Ik was inmiddels behoorlijk in tijdsnood gekomen en heb de eiken vloer in de woonkamer ’s nachts gelegd, terwijl mijn echtgenote iedere twee uur voor nieuwe koffie zorgde. Mijn concentratievermogen was op de dag van de verhuizing, de volgende dag, dusdanig afgenomen dat ik met de gehuurde bus tegen een lantarenpaal reed. Maar, afgezien van deze ‘minor details’, is de verhuizing verder prima verlopen. De volgende dag genoten we direct al van de prachtige sfeer van dit oude huis. Alle originele plafonds waren behouden gebleven, de oude deuren met het originele hang- en sluitwerk, het schitterende gebrandschilderde glas op de overloop boven. Het huis was eigenlijk, op enkele details na, niet wezenlijk anders dan toen het gebouwd werd. De tuinen erom heen waren ook bijzonder mooi, dat viel ons direct op. Overal vogels, soms eekhoorntjes bij de overburen en ook nog eens vlakbij het fantastische Oranjepark. Wat wil een mens meer? Eén bouwkundige ingreep was overigens wel een beetje jammer, maar had ook zijn voordelen: de haard van de voorkamer en de schuifdeuren en kasten waren weggehaald. Dit bood echter ook weer mogelijkheden voor de vleugel, die daardoor op een ideale plek kon staan. Tot zover mijn eerste impressies over het huis zelf. In het vervolg ga ik wat dieper in op wat we als gezin hebben meegemaakt in dit huis.


Ons gezinsleven heeft in deze 10 jaar namelijk een bijzonder vervolg gekregen. In 1998 werd een tweeling geboren: Diederick en Constantijn. Tot ons zeer grote verdriet is een jaar later de jongste van deze twee kinderen overleden. Het gaat te ver om hier op deze site dieper op in te gaan, maar dit overlijden heeft ons als ouders intens geraakt. In het geloof vonden we kracht om samen door te gaan. Dit neemt echter niet weg dat deze periode van rouw voor ons beiden heel erg moeilijk was.


In 2000 werden we opnieuw verblijd met de geboorte van onze vierde zoon Joachim. Inmiddels had ik de zolder verbouwd. Het ontwerp voor de dakkapellen heb ik afgeleid van de voorgevel. In feite is de voorgevel, met zijn mooie rijzende karakter, qua verhoudingen exact gekopieerd in de dakkapellen. Een vergelijkbare dakkapel was aanwezig bij de afgebroken jaren-dertig woning naast het sluiswachtershuis, dat tegenwoordig een restaurant geworden is. Voordat ik het ontwerp gemaakt heb ben ik overal in Apeldoorn rondgefietst om te kijken naar authentieke dakkapellen bij jaren-dertig woningen. Voor de duurzaamheid heb ik de zijkanten laten bekleden met koper. Aannemer van der Lugt uit de Koningsstraat heeft de kapellen gebouwd. Het isoleren van de kap en de complete afbouw binnen heb ik zelf kunnen realiseren samen met de pensioneerde huisarts Jan Houtman uit Apeldoorn, een goede vriend van ons. Hij had zijn praktijk aan de Koningstraat.


De spanten op de zolder, ‘verbeterde/nieuw Hollandse spanten’ volgens mijn vader, die ook de tekeningen voor de verbouw heeft gemaakt, heb ik volledig in het zicht gelaten en de scheidingswand op een doordachte manier als het ware los van de spant daarachter geplaatst. Het gevolg van de verbouwing was dat we de capaciteit en de leefbaarheid van de villa aanmerkelijk hebben vergroot, met behoud van alle originele details.


De badkamer hadden we al eerder vernieuwd in de stijl van het huis, waarbij al het leidingwerk kon worden weggewerkt in een nieuwe koof. Als laatste klus wachtte nog de keuken. Hierover vertel ik zo meteen meer, nadat ik eerst nog iets over ons gezinsleven heb verteld.


Na de geboorte van Joachim ging het -met vallen en opstaan- weer beter met ons. In 2002 werden we opnieuw verblijd met de geboorte van onze vijfde zoon Jean-Auguste. Ons huis had door de gezinsuitbreidingen qua inrichting intern al heel wat veranderingen meegemaakt. Mijn studeerkamer was van de eerste verdieping aan de voorkant naar de achterkamer op de zolder verhuisd. Na de gezinsuitbreiding kwam onze oudste zoon op deze kamer terecht en Jacobien en ik namen daarom de voorkamer boven op zolder als gemeenschappelijke studeerkamer in gebruik. We groeiden zo steeds meer naar elkaar toe, want allerlei stapels correctiewerk, proefwerken, lesmateriaal en noem maar op, links van Jacobien, rechts van Marten, waren op den duur geheel met elkaar verweven. Een zelfde stapel kon zowel toetsen voor economie als Latijnse proefvertalingen opleveren. Geduldige analyse zorgde er doorgaans voor dat het gezochte materiaal na enige tijd weer boven water kwam. In 2004 hielden we ter gelegenheid van ons tienjarig huwelijk een huisconcert, waarbij tandarts Herman van Mal uit Kampen, een goede vriend van ons, als violist optrad. We hebben toen eigen werk opgevoerd en het publiek, familie en vrienden, was hierover zeer enthousiast. Een bijzonder moment voor ons.


Keukens zijn in de oude jaren-dertig woningen soms klein, vergeleken met andere ruimtes in het huis. Bij de Paul Krugerstraat was dit ook zo. Toch kon in jarenlang geen idee verzinnen om -met behoud van het authentieke karakter van de villa- toch een uitbreiding te realiseren. Tot ik in één keer een heldere ingeving kreeg. Wonderlijk genoeg werd deze ingeving ook geïnspireerd door een andere jaren-dertig villa in de Parken, op de hoek van de Jhr. mr. G.W. Molleruslaan en de Burg. Tutein Noltheniuslaan. Zonder ook maar iets van het origineel te verliezen konden we zo in stijl een geweldig mooie nieuwe keuken realiseren. Daarbij is ook het steenverband en de kleur van de stenen van het huis zoveel mogelijk gekopieerd, om geen verschil te creëren met het origineel. Een ervaren metselaar van bouwbedrijf Bessels heeft deze klus voor ons op een voorbeeldige manier geklaard. De meeste passanten denken nu zelfs dat het hele pand uit de jaren dertig stamt, terwijl de dakkapellen en de keuken toch van recente datum zijn.


In 2005 werd ons zesde kind, Constance, in dit huis geboren. Voor het eerst een meisje. Haar wieg stond, zoals de wieg van de andere kinderen, op de ouderslaapkamer. Maar niet voor lang. Op 6 april 2006 verhuisden we naar de Deventerstraat 498. In feite een moderne kopie van ons huis aan de Paul Krugerstraat, maar met twee extra werkkamers en een riante tuin, waar de kinderen heerlijk in konden spelen. En daar wonen we nog steeds, hoewel de vogeltjes zo langzamerhand stuk voor stuk uitgevlogen zijn. De gebruikelijke ‘gang des levens’.


Het wonen aan de Paul Krugerstraat heeft mij en ons allen vooral bewustgemaakt van het grote geschenk van de vrijheid, die we sinds 1945 in ons land mogen genieten. Om te beginnen het feit dat in dit huis een verzetsgroep bijeen kwam. Dit is op zich al heel bijzonder. Maar daarnaast ook steeds de dodenherdenkingen op 4 mei in het Oranjepark, waar we altijd bij waren. Later kwam mevrouw Vincent, de vrouw van een officier die ook in het verzet zat, voorafgaand aan de herdenking bij ons langs en dronk daarna met ons nog thee of koffie. Zij was ‘een genodigde’ en kende ook andere verzetsstrijders, bijvoorbeeld ‘Juul’ die tot haar negentigste of nog langer in de Hermitage gewoond heeft. Onvergetelijk waren de defilés van de oorlogsveteranen. Deze hebben we in 1995, in 2000 en in 2005 vanuit het huis van Johan Lammers, onze buren aan de Kerklaan, tot het laatste toe gezien. Met onze (toen nog) kleine kinderen hebben we naar de bevrijders gezwaaid. Er gaat dan heel wat door je heen als je bedenkt dat deze mensen voor onze vrijheid hun leven over hebben gehad. Velen kwamen ook om.


Last, but not least, in dit huis, de Paul Krugerstraat 30, zijn ook onze Oekraïense au-pair en een Apeldoornse jongen met elkaar getrouwd: Ira Tsjernisj en Gert Mulder. Ze hebben jaren in de Oekraïne gewoond, zijn gelukkige ouders geworden en wonen inmiddels weer in Apeldoorn. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Terug naar de plaats waar de bruidsfoto’s gemaakt zijn. Aan de Paul Krugerstraat 30. In het huis van Meinarda van Terwisga. Meinarda zou het ongetwijfeld mooi hebben gevonden…


Marten van Willigen.