|
Generaal Van der Heydenlaan 1
Oud huisnummer: AA 430/19
Bouwjaar: 1911
Architect/aannemer: W. ten Tuynte
Gebouwd in opdracht van W.F. Sonnemann. Het huis heeft blauw/witte tegels in de korfbogen welke vaker voorkwamen in de ontwerpen van Willem ten Tuynte. Het huis aan de Soerenseweg 12 waar de aannemer zelf woonde heeft ze ook. In o.a. de Gardeniers- en Javalaan vond ik er nog meer.
Generaal Van der Heydenlaan 3
Oud huisnummer: AA 430/20
Bouwjaar: 1907
Architect: A. van Driesum
Status: Karakteristiek pand
Oude ansicht: Coll. B. Meester
Dit huis is gebouwd in 1907 in opdracht van de rijwielhandelaar Willem Noteboom. De aannemer was G. Jochems, hij was de laagste inschrijver en bouwde het huis voor fl. 3915. Noteboom woonde hier met zijn vrouw Anna Maria Middelbeek en twee kinderen. Latere bewoners waren; de gepensioneerde hoofd-onderwijzer Ieme Rinze Hoekstra, mevr. N. Teensma, weduwe A.G. Ribbink geb. C.J. Bauling en kapper C.C.F. Duller.
Generaal Van der Heydenlaan 5
Oud huisnummer: AA 430/21
Bouwjaar: 1907
Architect/aannemer: Reinder Dales
Status: Gemeentelijk monument
Oude ansicht: Coll. B. Meester
Dit huis is gebouwd in opdracht van Reinder Dales, timmerman uit de Stationsstraat die ook zelf het ontwerp heeft gemaakt. De bouwtekening is ook weer gevonden, daar stond nog niet de mooie waranda op. De eerste bewoners waren Pieter Koning en zijn vrouw Jeannette Wilhelmina Gorter. Pieter was een gepensioneerd Oost-Indisch ambtenaar. Op 6 mei 1909 kwamen de volgende bewoners, het was het gezin van de effectenhandelaar Lodewijk Gottfried Rothe. Latere bewoners waren: G.C. Keizer, directeur brandkastenfabriek U.A.C. van Regteren Altena, G.R. Herwich.
Generaal Van der Heydenlaan 2
Oud huisnummer: AA 429/4
Bouwjaar ca: 1905
Architect: (waarschijnlijk) J.A. Wijn
Status: Gemeentelijk monument
Oude ansicht: Coll. B. Meester
|
Generaal Van der Heydenlaan 4
Oud huisnummer: AA 429/2
Bouwjaar: 1906
Architect/aannemer: Niet bekend
Koperslager Willem Mensink, die ook makelaar werd had veel bouwgrond in De Parken en ook wat aan de Van Swieten en de Van der Heydenlaan. Nr. 4 is in opdracht van Mensink gebouwd in 1906, we hebben nog geen bouwtekening kunnen vinden. Hij verkocht het huis in 1919.
|
Generaal Van der Heydenlaan 6-8
Oude huisnummers: AA 430 en AA 430/2
Bouwjaar: 1904
Architect: J.A. Wijn
Status: Karakteristiek pand
Generaal Van der Heydenlaan 10
Oud huisnummer: AA 430/3
Bouwjaar: 1909
Architect/aannemer: H. Huijskamp
Status: Gemeentelijk monument
Oude foto: Coll. B. Meester
De eerste bewoners waren de in Bellingwolde geboren Berend ter Cock (1834-1920) en zijn in Aalsmeer geboren dochter Aagtje Jacomina ter Cock (1879-1943). Zij kwamen op 7 september 1910 vanuit Millingen aan den Rijn naar hier. Berend was weduwnaar van de in Roxenisse geboren Maatje Bosschieter (1844-1898). In zijn werkzame leven was Berend ter Cock arts geweest in Melissant, Aalsmeer, Maartensdijk, Stellendam en Millingen aan den Rijn. Na zijn overlijden op 14 september 1920 werd Berend in Nijmegen begraven bij zijn echtgenote. Op 8 augustus 1921 verhuisde Aagtje naar de Piet Joubertstraat 10 en nog weer later naar de Billitonlaan 29 waar ze in 1943 overleed.
De volgende bewoners kwamen op 11 augustus 1921 vanuit Rotterdam naar hier en waren het gezin van de in Rotterdam geboren fabrikant/kuiper Johannes Welschen (1886-19?). Johannes was gehuwd met de in Dordrecht geboren Maria Anna Adriana van Beek (1887-1964). Ze hadden zes inwonende kinderen; Reinier Adrianus (1915), Johanna Maria (1916), Arnoldus Johannes Leonardus (1918), Hendrica Johanna Maria (1919), Helena Hendrika (1921) en Catharina Antonia Maria (1924). Op 15 oktober 1924 vertrok het gezin naar Delft.
Na de familie Welschen woonde hier het gezin van de in Beekbergen geboren Henricus Cornelis Bisterbosch (1892-1960). Henricus was gehuwd met de in Tilburg geboren Anna Maria Josephina Cornelia Lemmens (1894-19?). In de periode dat zij hier gewoond hebben waren er vier inwonende kinderen die alle in Apeldoorn geboren waren; Heindrich Hendricus Josephus (1922), Josephina Maria Cornelia (1923), Paula Elisabeth Johanna (1924) en Petrus Hendrikus Maria (1925). Mevrouw Bisterbosch was wanhopig op zoek naar een flinke R.K. dienstmeid getuige de vele advertenties in landelijke dagbladen.
Henricus Bisterbosch was handelsreiziger bij de brandstoffen firma Hugenholtz. Op 24 oktober 1927 verhuizen ze naar de Arnhemseweg 163.
Vanaf 10 januari 1928 komen vanuit Nederlands-Indië het gezin van de in Hoogeveen geboren onderwijzer Hendrikus Jacobus Kaptein (1887-19?) en zijn in Wymbritseradeel geboren vrouw Okje Vleer (1887-19?). Ze hadden vijf kinderen, de oudste, Bertha Ypkje (1910) was geboren in Steenwijk, de andere vier kinderen waren geboren in Klakah (N-I), zij waren; de telefoniste Ypkje Bertha (1911), Afvina (1914), Cornelis Johannes (1915) en Johanna Okje Hendrika (1917). In de Haagse Courant van 22 september 1930 staat te lezen dat de onderwijzer 3e kl. bij het Openbaar Westersch Lager Onderwijs met pensioen ging. Op 19 januari 1931 verhuizen ze naar de 2e Beukenlaan 6
Vanuit de Loseweg 3 kwamen half februari 1931 de in Dordrecht geboren David Leendert Hendrik Aartsen (1901-1932) en zijn in Edam geboren blinde vrouw Trijntje (Truus) Lammes (1902-1966). David was muziekonderwijzer en Truus was pianiste. In de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 27 februari 1931 laten dhr. en mevr. Aartsen weten dat het Apeldoornsch Kinderkoor in het vervolg de repetities houdt in het zaaltje van het Instituut voor Piano- en Orgellesssen. Voorheen Looscheweg 3, thans Van der Heijdenlaan 10.
Het zaaltje werd ook verhuurd aan onder andere de Esperanto-Vereeniging ,,La Estonto Estas Nia'' die hier met hun leden af en toe bijeen kwamen voor het oefenen in het gebruik der taal in zang en gesprek.
Na het plotselinge overlijden van David meldde Truus in de Nieuwe Apeldoornsche Courant: ''Het Muziek Instituut Aartsen-Lammes, Van der Heijdenlaan 10 wordt op den zelfden voet voortgezet''.
In een advertentie in de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 16 maart 1933 is te lezen dat het Instituut voor Piano-en Orgellessen, Van der Heijdenlaan 10 onder leiding staat van Truus Aartsen-Lammes en Cornelis (Cees) Roelofs, gediplomeerd leraar N.T.V. en Organist der Doopsgezinde kerk te Deventer.
Op 23 augustus 1933 trouwen Truus en Cees te Deventer en komt Cees ook te wonen aan de Van der Heijdenlaan 10. Cees was ook blind en stond bekend als zeer goede musicus. Hij adverteert regelmatig dat hij piano's stemt, les geeft in piano, harmonium en kerkorgel.
In 1934 en 1935 maakte Roelofs door middel van ingezonden berichten in de Nieuwe Apeldoornsche Courant de Apeldoorners al warm voor een carillon in Apeldoorn en ondertekende het laatste bericht met: "C. Roelofs, leerling der en gediplomeerd van de Internationale Beiaardschool te Mechelen''. Op de oude foto zien we Truus en Cees met hun blindengeleidehonden. Die van Cees heette Hertog. Wanneer het carillon aan de gevel geplaatst is heb ik niet kunnen vinden. Van enkele buurtbewoners die al meer dan 50 jaar in de omgeving wonen hoorde ik dat zij zich nog konden herinneren dat zij vroeger wekelijks het carillon hoorden.
Cees Roelofs is bijna 100 jaar geworden en heeft hier mogelijk tot zijn overlijden in 2005 gewoond. Latere bewoners waren Jelle en Linda Faber, vervolgens Niels Thomassen (tot 2009). Na Thomassen kwamen de huidige bewoners.
WIKIPEDIA: Cornelis (Cees) Roelofs (1905-2005).
Hij was zoon van bediende Hendrik Cornelis Roelofs en Johanna Maria Schippers. Bijna zijn gehele leven woonde hij in Apeldoorn; hij was rond 1933 getrouwd met de blinde vrouw Truus Lammes met wie hij kinderoperettes schreef en samen een muziekschool leidde (Muziekinstituut Roelofs aan de Van der Heijdenlaan 10).
Roelofs werd mede tot het beiaard geïnspireerd door de concerten van Cornelis de Wolf, die in Roelofs jeugd het klokkenspel van de Eusebius te Arnhem bespeelde. Hij kreeg vervolgens les van Frans Hasselaar aan het blindeninstituut aan de Vossiusstraat in Amsterdam, die hem ook wel meenam naar zijn ''werkplek'' de toren van de Oude Kerk. Hij werd mede opgeleid door Willem Créman, ook van het blindeninstituut en leerling van Hasselaar. In 1930 zette hij zijn opleiding voort aan de Beiaardschool te Mechelen; docenten aldaar waren Jef Denyn en Staf Nees. In dat jaar werd hij organist van de Doopsgezinde Kerk te Deventer; hij zou er tot 1985 spelen. Hij slaagde in 1933, kon op advies van Denyn in Rhenen gaan werken, maar het kerkbestuur dacht daar anders over; ze passeerden hem. Eenmaal terug in Nederland was er nauwelijks werk als beiaardier te vinden. Hij mocht af en toe invallen, bijvoorbeeld bij Joh. W. Meyll in Nijkerk. Roelofs hield zich ondertussen bezig met concoursen. Zijn improvisatie op het Wilhelmus bracht het in 1931 tot een tweede plaats in Breda; zijn leraar Créman werd eerste. Meerdere prijzen lagen in het verschiet.
Na de 2e wereldoorlog keerde Roelofs qua spel terug naar Amsterdam. Na enige tijd vaste invaller te zijn geweest voor Hasselaar in de Oude Kerk, volgde Roelofs in 1948 Hasselaar op als vaste beiaardier; werd in 1950 ambtenaar bij de Dienst der Publieke Werken; een functie die hij tot 1970 aanhield. In ''zijn periode'' werd het beiaard uitgebreid (1952) en gerenoveerd (1965). In de jaren '60 kreeg hij een soort stagiaire erbij; Sjoerd Tamminga; zijn opvolger in 1970 (pensioen) was echter Ype Höweler. In 1955 begon hij aan een 30-jarige periode als beiaardier te Barneveld, ook hier werd het klokkenspel uitgebreid. Dit alles resulteerde in een ereburgerschap van Barneveld.
In 1977 kon hij op 72-jarige leeftijd aan de slag als beiaardier in Apeldoorn. Roelofs had zich sinds 1933 ingezet voor een carillon in de stad, maar gedurende al die jaren was er weinig animo voor, totdat een stroomversnelling een klein carillon mogelijk maakte en Roelofs aan de slag kon. Het carillon werd in 1997 nog gerenoveerd.
Het echtpaar werd in 1980 onderscheiden met de Yad Vashem-onderscheiding, tijdens de 2e wereldoorlog zat een Joods jongetje ondergedoken bij dit blinde echtpaar.
YAD VASHEM: In het najaar van 1942, toen Arend Joosten een onderduikadres zocht voor zijn jongste broer, Benno-Arend, bracht een vriend uit de ondergrondse het kind naar zijn zus en zwager, Trijntje en Cornelis Roelofs, in Apeldoorn, die beide blind waren. Trijntje en Cornelis kregen te horen dat de jongen zijn ouders had verloren bij het bombardement op Rotterdam. Ze verwelkomden het kind in hun huis en behandelden hem als hun eigen zoon. Toen de ondergrondse activisten ervan overtuigd waren dat de Roelofsen betrouwbaar waren, vertelden ze hun de waarheid, dat Benno-Arend een Jood was en dat zijn ouders elders ondergedoken zaten. In 1944 arresteerden en vermoordden de Duitsers de broer van Trijntje. Zijn vrienden, die ondergrondse leden waren, wilden Benno-Arend naar een andere onderduikplaats verhuizen, maar Trijntje en Cornelis weigerden hem te laten gaan. Hij bleef bij hen tot het einde van de oorlog. De motieven van het echtpaar waren puur humanitair en ze kregen geen financiële steun.
Op 18 september 1980 erkende Yad Vashem Cornelis Roelofs en zijn vrouw, Trijntje Roelofs-Lammes, als rechtvaardigen onder de Volkeren.
Generaal Van der Heydenlaan 12
Oud huisnummer: AA 430/4
Bouwjaar: 1909
Architect/aannemer: H. Huijskamp
Status: Gemeentelijk monument
Oude foto: Coll. B. Meester
|
Generaal Van der Heydenlaan 14
Oud huisnummer: AA 430/5
Bouwjaar: 1909
Architect/aannemer: H. Huijskamp
Status: Gemeentelijk monument
|
Generaal Van der Heydenlaan 16
Oud huisnummer: AA 430/6
Bouwjaar: 1909
Architect/aannemer: H. Huijskamp
Status: Gemeentelijk monument
|
Generaal Van der Heydenlaan 18
Oud huisnummer: AA 430/7
Bouwjaar: 1905
Architect/aannemer: H.A. Buitenhuis
Status: Gemeentelijk monument
|
Generaal Van der Heydenlaan 20
Oud huisnummer: AA 430/8
Bouwjaar: 1905
Architect/aannemer: H.A. Buitenhuis
Status: Gemeentelijk monument
|
Generaal Van der Heydenlaan 22
Oud huisnummer: AA 430/9
Bouwjaar 1e woning: 1903
Architect: Niet bekend
Bouwjaar huidige woning: 1996
Op 6 april 1903 kopen de gymnastiekleraar Jakob Straatman en Herm Jan Baarslag een bouwterrein aan de Zwartenweg voor 1750 gulden. Baarslag laat er een huis op bouwen, het latere nummer 24 en Straatman laat nummer 22 bouwen; beide huizen worden door het kadaster opgemeten in 1905, de architect is nog niet bekend.
Op dinsdag 18 juni 1996 is dit pand uitgebrand en daarna in een andere vorm herbouwd.
Generaal Van der Heydenlaan 24
Oud huisnummer: AA 430/10
Bouwjaar: 1903
Architect/aannemer: Niet bekend
Oude foto: Coll. W. Boomgaard
Op 6 april 1903 kopen de gymnastiekleraar Jacob Straatman en Harm Jan Baarslag een bouwterrein aan de Zwarten weg voor 1750 gulden. Baarslag laat er een huis op bouwen, het latere nummer 24 en Straatman laat nummer 22 bouwen; beide huizen worden door het kadaster opgemeten in 1905; de architect is nog niet bekend.
|
Generaal Van der Heydenlaan 26
Oud huisnummer: AA 430/11
Bouwjaar: 1911
Architect: A. van Driesum
De drie huizen aan de Generaal Van der Heydenlaan 26, 28 en 30 zijn alle drie een ontwerp van de architect Andries van Driesum. Opdrachtgever was de behanger/stoffeerder/makelaar Peter Ernst Albers die de panden verhuurde. De bouwvergunning van nr. 26 en nr. 28 is verleend op 17 december 1910 en die van nr. 30 op 29 november 1911.
De eerste bewoners die ik kon vinden kwamen uit Nederlands-Indië en waren het gezin van de in Salatiga geboren Controleur Binnenlands Bestuur (Ned-Indië) George August van Nouhuijs (1877-1966). George was gehuwd met de in Kediri geboren Marie Mendes Da Costa (1886-19?), ze hadden twee inwonende kinderen die beide in Tandjong Pinang geboren waren; Frans Paul Willem (1905) en Georgina Kitty Julie (1907). Op 24 november 1913 vertrokken ze weer naar Indië.
|
Generaal Van der Heydenlaan 28
Oud huisnummer: AA 430/12
Bouwjaar: 1911
Architect: A. van Driesum
De drie huizen aan de Generaal Van der Heydenlaan 26, 28 en 30 zijn alle drie een ontwerp van de architect Andries van Driesum. Opdrachtgever was de behanger/stoffeerder/makelaar Peter Ernst Albers die de panden verhuurde. De bouwvergunning van 26 en 28 is verleend op 17 december 1910 en die van nummer 30 op 29 november 1911.
De eerste bewoner was de in Apeldoorn geboren slager Gerrit Veeneman (1882-1964). Gerrit trouwde op 21 september 1911 in Maarn met de in Dordrecht geboren Carolina Wilhelmina van Altenburg (1877-1961). Zij kwam op 3 november 1911 bij hem inwonen. In 1920 was er nog ruim twee maanden een Russische violist inwonend, het was Nohoum Sapiro (1893-19?) hij kwam uit Palestina en vertrok op 17 mei naar Amsterdam.
Generaal Van der Heydenlaan 30
Oud huisnummer: AA 430/13
Bouwjaar: 1912
Architect: A. van Driesum
Oude foto: Coll. W. Boomgaard
De drie huizen aan de Generaal Van der Heydenlaan 26, 28 en 30 zijn alle drie een ontwerp van de architect Andries van Driesum. Opdrachtgever was de behanger/stoffeerder/makelaar Peter Ernst Albers die de panden verhuurde. De bouwvergunning van nr. 26 en nr. 28 is verleend op 17 december 1910 en die van nr. 30 op 29 november 1911.
De eerste bewoner was de in Middelburg geboren Henderica Elisabeth Adriana van der Scheer (1861-1930) Henderica was onderwijzeres aan de leerschool van 15 mei 1900 tot 1 september 1919. Er waren altijd mensen inwonend waaronder haar moeder, de in Wassenaar geboren Elisabeth Christina Hachmeester Eekhout (1829-1922), weduwe van Van der Scheer. Op de oude foto zien we Henderica en haar moeder in de tuin.
De volgende bewoners kwamen op 23 mei 1930 en was het gezin van de in Apeldoorn geboren muziekleraar Lambertus Bernardus Mentink (1891-1937). Lambertus was getrouwd met de eveneens in Apeldoorn geboren Maria Theodora Reijers (1904-19?). Op 1 oktober 1931 verhuisde het gezin naar de Generaal Van Swietenlaan 10.
Generaal Van der Heydenlaan 32
"Mien Heerd"
Bouwjaar: 1914
Architect: A. van Driesum
Status: Gemeentelijk monument
Oude foto: Coll. B. Meester
Ook nummer 32 is gebouwd in opdracht van de behanger/stoffeerder/makelaar P.E. Albers die vele huizen in de parken liet bouwen door de architect Van Driesum.
De eerste bewoner was Pieter Sorgdrager, hij was gepensioneerd ritmeester uit Oost-Indië. Vervolgens woonde hier de weduwe van J.P. Scholten, geboren als Lena Boekhout met haar dochter Helena. De weduwe runde hier een pension voor Kweekschoolleerlingen. Latere bewoners zijn o.a: H.W. Blijenburg, mej. G. Stouthandel, mej. H. Visser, de inspecteur der directe belasingen J.H. Wijngaerd, G.J. Hulshof en N.D. Scheffelaar.
Op de oude foto zien we de weduwe Lena Scholten-Boekhout met inwonende kweekschoolleerlingen.