Loterij met panden uit de Parkenbuurt



Op d
it affiche wordt door de timmerman/aannemer Teunis Eijbers (1844-1918), eigenaar van de Nieuwe Apeldoornsche Bouwonderneming een loterij aangekondigd waarbij als hoofdprijs drie villa's gewonnen kunnen worden. Deze huizen staan er nu ook nog. Het gaat om de villa's Regentesselaan 17 en 19 en Canadalaan 28. Hierbij kan ook gekozen worden voor een bedrag van 18.000 gulden in contanten.
Als tweede prijs kan gewonnen worden een kleiner herenhuis aan de Trekweg. Ook dan kan gekozen worden voor een geldbedrag, nu van 3000 gulden in contanten.
Het aantal uit te geven loten is 32.000 en elk lot kost 2 gulden en vijftig cent. Voor degene, die het 32 duizendste lot kocht, was er nog een huis beschikbaar. Deze vijf panden waren verhuurd voor 1650 gulden per jaar.

Eijbers adverteerd landelijk, in veel plaatsen in het land zijn de loten te koop, zelfs in Nederlands-Indië.

De trekking zou op 25 oktober 1900 geschieden in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, echter op die datum geeft Teunis Eijbers in een advertentie in de Telegraaf te kennen dat er heel veel loten verkocht zijn maar nog niet allemaal en dat hij daarom besloten heeft de verloting te verdagen tot 22 januari 1901 en dat de verloting dan beslist zonder verder uitstel plaats heeft.

Op 22 januari 1901 laat Eijbers via diverse advertenties weten dat hij weer uitstel wil en omdat niet alle gelden van de wederverkopers binnen zijn kan hij nog niet besluiten en zal op 24 januari via advertenties laten weten wat hij besloten heeft.

Op 24 januari laat hij weten dat er nog zo'n 7 á 8 duizend loten verkocht moeten worden en dat de trekking nu op 1 juni zal zijn.

In een advertentie op vrijdag 22 februari in "Het Nieuws van de dag" staat te lezen dat de sluiting van verkoop op 18 april is en dat de loting op 2 mei zal plaatsvinden. Na 18 april waren de loten nog gewoon te verkrijgen (zolang de voorraad strekt).

"Het Nieuws Van De Dag" van 3 mei meldde dat de hoofdprijs (drie heerenhuizen of 18.000 gulden) is gevallen op nommer 17267.

"Het Nieuws Van De Dag" van 4 mei: Wij vermelden gisteren het nummer waarop de hoofdprijs gevallen was in de verloting der Nieuwe Apeldoornsche Bouwonderneming. Bij die verloting, welke gisteren in een der lokalen van het Paleis voor Volksvlijt gehouden werd, is 't nogal rumoerig toegegaan. De houders van de loten, onder wie er velen waren voor wien een rijksdaalder de prijs dier loten een heele uitgaaf is, waren al van te voren ontstemd, doordat de verloting een paar keer was uitgesteld, zoodat hun vertrouwen in de zaak wat aan het wankelen was gebracht. Dat werd er niet beter op, toen 't gisteren bleek, dat er minder prijzen aanwezig waren dan indertijd in het eerste prospectus waren genoemd en dat de aangekondigde prijzen ter waarde van minstens vijftig gulden, in de oogen van de ontevredenen die waarde lang niet hadden; Wel bleek er later een tweede prospectus te zijn uitgegeven, waarop al die fraaie beloften niet werden gedaan, maar daarin zagen de menschen een "gauwigheid" van hen die deze verloting op touw hadden gezet. Deze stemming van ontevredenheid vond uiting, toen één der houders van loten tegen deze verloting protesteerde. Zijn protest vond bij de aanwezigen, er waren er een paar honderd in de zaal tegenwoordig, instemming, en 't eindigde er mee dat een rechtsgeleerde werd gehaald, en dat men de politie te hulp riep, omdat men schorsing van de verloting verlangde. Dat kon echter niet geschieden. Wel heeft de Commissaris van Politie, de Heer C.P. v.d. Wiele, van het geval proces-verbaal opgemaakt en wordt de zaak thans, naar aanleiding van tal van ingekomen schriftelijke klachten, door de politie onderzocht.

De hoofdprijs is gewonnen door twee mannen uit Hoorn die samen een lot hadden en er werd inderdaad gekozen voor fl. 18.000,- in plaats van de drie villa's, tevens werd er nog fl. 360,- aan rente uitgekeerd. De 2e prijs, een huis aan de Trekweg of fl. 3.000.- ging naar een Arnhemmer en de Landauer met twee paarden ging naar een Heldernaar.

Teunis Eijbers bleef eigenaar van het onroerend goed. Na zijn overlijden heeft zijn weduwe, Wilhelmina Hendrika Maria Ovink op 30 september 1919 de panden van de verloting laten veilen. De villa’s werden op die veiling gekocht door beleggers, want ze werden alle drie weer binnen een jaar verkocht.