Loolaan 67



Reeds voor 1846, stichten dr. J.H. Reiche (geb. 1-4-1786) en zijn vrouw hier een woning met koetshuis. In 1846 wordt hierop een hypotheek genomen. Reiche is de eerste in 1825 benoemde hofmedicus aan het Loo. Als officier van Gezondheid was hij in 1809 hier al op het Loo werkzaam geweest. Hij was legerchirurgijn en maakte in 1815 gebruik van de mogelijkheid op stellingen te promoveren. Toen hij gemeente geneesheer in Hasselt (Ov.) was haalde hij ook de bevoegdheid van vroedmeester. Hij woont vanaf 1825 tot 1830 op de hoek van de Rostocklaan en de Koningsstraat. In 1830 verhuist hij naar de kom van het kanaal, dat dan niet verder loopt dan tot de huidige Deventerbrug. In 1856 legt hij zijn praktijk neer en verhuist naar Arnhem. Zijn vrouw is al in 1851 overleden. In 1877 wordt Reiche hier ook begraven.

Hekman komt in 1859 en verblijft hier tot 6 november 1875.

De volgende bewoners zijn de in Namen geboren Johann Gottlieb Bauman (1815-1900) en zijn in Apeldoorn geboren vrouw Margaretha Jacoba Bregitta Walter (1830-1901) en drie in Utrecht geboren dochters.

In 1886 komt hier wonen Karel Willem van Muijden uit Amsterdam. In 1893 verhuist hij naar de Loolaan 61.

Op deze locatie verblijft dan weduwe Abbing-Sparenburg (ws. de schoonmoeder van dr. Abbing Spaink, die op Loolaan 59 woont.

In 1894 komt de gepensioneerde militair-administrateur, Henri Cornelis Graffé (1849-1929)

Jonkheer Scato Gockinga (1851-1943) wordt in 1902 de bewoner. Hij was burgemeester van 't Zandt (1889-1891), burgemeester van Appingedam (1891-1897) en burgemeester van Hoogkerk (1907-1917)

In 1905 werd hij opgevolgd door de weduwe van M.F.A. de Rijk, geboren als L.G. van der Meer.

Op 2 mei 1908 is de weduwe Van Dompseler, geboren als Jeanette Johanna Theodora Meijer de bewoonster.

In 1920 de weduwe Blom.

Vanaf 7 mei 1924 woont hier de gepensioneerde rijksontvanger dr. Lieuwe Franken hier met vrouw Martje Driesens en hun 4 kinderen.

Van 1935 tot zeker 1948 is Teunis Cornelis Pas er woonachtig.

In 1948 staan er ook de jonkheer P. Panhuis Polman Gruijs en mevr. L.C. de Boer vermeldt.

In 1958 staat de administrateur H. de Boer en ook in 1963 als bewoner.

Heden ten dage is het koetshuis aan de villa verbonden en wordt er de MONUTA stichting in gehuisvest. (Volgens mededeling in de nieuwsbrief van de wijkraad de Naald van januari 2002, pag. 8)




W. Wijk, maart 2009.